artikel
Zodra er belangen op het spel staan kunnen betekenissen van woorden plots fluïde worden. Ik moet in deze tijd vaak terugdenken aan Bill Clinton, die tijdens zijn impeachment haarkloofde over wat nu precies valt onder de term ‘seks’ en daar nog een schepje bovenop deed door de vraag te stellen wat de betekenis van het woord ‘is’ is (https://www.youtube.com/watch?v=j4XT-l-_3y0).
Voor dit nummer hebben wij de Inspectie bevraagd over wat een ‘calamiteit’ precies is (C3173). Eerder zei minister Schippers dat de definitie duidelijk is, maar dat deze toch verduidelijkt moest worden. Maar 4 maanden later is het nog steeds te vroeg om met een duidelijke definitie te komen. Het lijkt erop dat de uitzendingen van Zembla, Argos en RTL Nieuws over gebrekkige calamiteitenmeldingen nu uitmonden in een tamelijk kafkaëske discussie over wat een calamiteit dan is. Bestuurders willen niet het risico lopen nogmaals in de publiciteit te komen met niet-gemelde calamiteiten en lossen dat op met de legalistische aanpak: door heel exact te laten definiëren wat een calamiteit is. Hiermee wordt het middel verheven tot doel. Het doel was ooit dat calamiteitenmeldingen leiden tot verbetering van de zorg. Over de vraag of de niet-gemelde calamiteiten of pseudocalamiteiten nu hadden kunnen leiden tot betere zorg, hoor je nooit iemand.
Een ander voorbeeld van zo’n woordenworsteling zien we rond het thema ‘e-health’. Als je enigszins aannemelijk kan maken dat jouw project een voorbeeld is van e-health, klinkt je verhaal toch een stuk hipper. Daardoor is tegenwoordig ongeveer alles waar je een stekker aan kunt klussen een baanbrekend voorbeeld van de e-health-revolutie. Of het ook effectief is doet minder ter zake. We komen namelijk veel onderzoek tegen waaruit blijkt dat allerlei e-health-toepassingen niet werken. In dit nummer hebben we een bericht over een onderzoek dat laat zien dat mensen met een fitnesstracker minder afvallen dan zonder (C3181). Ook toont een meta-analyse over de bijdrage die leefstijlapps kunnen leveren aan lichaamsbeweging en gewichtsreductie dat dit effect zeer beperkt is (D329).
Zelfs een hoogleraar ‘e-health-toepassingen in disease management’ is hier kritisch over (D936). Hij concludeert dat de effectiviteit van apps bij de bevordering van een gezonde leefstijl geenszins overtuigend is aangetoond. Hij stelt voor om de inspanningen te richten op een betere integratie van technologische mogelijkheden in het huidige zorgproces. E-health is geen doel, maar een tool.
Reacties