Implementatie van het curriculum voor de opleiding tot Spoedeisende Hulp(SEH)-arts

Objective

To investigate what aspects of the new curriculum for specialist training in Emergency Medicine are actually implemented in daily practice.

Design

Descriptive study.

Method

The curriculum was implemented as a pilot in 4 teaching hospitals, where a total of 32 residents in training in Emergency Medicine and 20 Emergency Medicine Program directors and Emergency physicians were surveyed using a web-based questionnaire querying the use of the different aspects of the curriculum in daily practice.

Results

Responses were received from 29 residents in training and 15 program directors and Emergency physicians. Both residents in training and program directors rated the patient mix seen during the training programme adequate to excellent. No great differences were observed in how residents in training , trainers and physicians working in the Emergency Department assessed the curriculum. However, the results showed that the training plan should be discussed explicitly with each residents in training. More attention should be focussed on the Society Awareness, Knowledge and Science and Organisation competencies and the Disability and Dermatology themes. Competence-based assessment methods, such as multi-source feedback, specific to this type of curriculum have not yet been sufficiently implemented.

Conclusion

The responses to the questionnaire demonstrated how the curriculum is handled in daily practice and provided information on the progress of the implementation of the curriculum. This will enable focussed feedback to teaching hospitals.

Samenvatting

Doel

Analyseren welk deel van het nieuwe curriculum van de opleiding tot Spoedeisende Hulp(SEH)-arts daadwerkelijk in de praktijk wordt uitgevoerd.

Opzet

Beschrijvend onderzoek.

Methode

Het curriculum werd als pilot in 4 opleidingsziekenhuizen geïmplementeerd. In deze ziekenhuizen werd een web-based vragenlijst voorgelegd aan 32 aiossen Spoedeisende Geneeskunde en in totaal 20 opleiders Spoedeisende Geneeskunde en SEH-artsen die betrokken waren bij de opleiding. Daarin werd gevraagd naar het gebruik van de verschillende onderdelen van het curriculum in de praktijk.

Resultaten

De vragenlijst werd beantwoord door 29 aiossen en 15 opleiders en SEH-artsen. Zowel de aiossen als de opleiders beoordeelden de mix van patiënten met wie men tijdens de opleiding in aanraking kwam als voldoende tot uitstekend. Er waren geen grote verschillen tussen aiossen, SEH-artsen en opleiders in hun oordeel over het curriculum. Wel bleek uit de resultaten dat het opleidingsplan expliciet met de aios besproken moet worden. Er zou meer aandacht besteed moeten worden aan de competenties ‘maatschappelijk handelen’, ‘kennis en wetenschap’ en ‘organisatie’ en aan de thema’s ‘spoedeisende neurologie’ en ‘dermatologie’. De kenmerkende competentiegerichte toetsmethoden, zoals de 360 graden-feedback, zijn op dit moment nog onvoldoende geïmplementeerd.

Conclusie

De antwoorden op de vragenlijst lieten zien hoe in de praktijk werd omgegaan met het curriculum en gaf informatie over de voortgang van de implementatie van het curriculum. Hiermee kan men gerichte feedback geven aan de opleidingsinstellingen.