Samenvatting
Doel
Bepalen van het effect van een evidencebased classificatielijst op het gebruik van goed presterende totale heupprothesen in Nederland.
Opzet
Observationeel onderzoek.
Methode
In 2013 heeft de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) een classificatielijst voor totale heupprothesen opgesteld. In deze classificatielijst werden totale heupprothesen beschouwd als bewezen goed presterend wanneer zij een revisiepercentage hadden van gemiddeld ≤ 10% na 10 jaar follow-up (categorie 1A) en van gemiddeld ≤ 5% na 5 jaar follow-up (categorie 1B). Gegevens uit de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI) werden gebruikt om het effect van de classificatielijst op het gebruik van bewezen goede heupprothesen in Nederland te bepalen. In de LROI worden alle patiënt-, operatie- en prothesekenmerken geregistreerd van heupprothesen die in Nederland zijn geplaatst. Wij selecteerden uit de LROI alle ingrepen uit de periode 2012-2014 waarbij een totale heupprothese was geplaatst bij patiënten met de primaire diagnose ‘artrose’. Via de implantaatcode van de acetabulum- en femurcomponenten konden de prothesen geclassificeerd worden als 1A, 1B of ‘niet 1A of 1B’. Het jaar 2012 werd als referentiejaar gebruikt.
Resultaten
In het referentiejaar was 84% van de acetabulumcomponenten en 92% van de femurcomponenten van de categorie 1A of 1B. In 2013 waren deze percentages gestegen naar respectievelijk 89 en 95 en in 2014 naar respectievelijk 92 en 97.
Conclusie
Na de implementatie van de NOV-classificatielijst was er een toename in het percentage bewezen goed presterende totale heupprothesen dat in Nederland werd geplaatst. Dit betekent dat de zorg voor de patiënt beter en veiliger is geworden.
Reacties