Casus
Een 82-jarige man werd door de huisarts verwezen naar onze valpolikliniek vanwege valneiging. De voorgeschiedenis vermeldde een behandelde blaastumor. Behoudens klachten van artrose met ochtendstijfheid kwamen in de anamnese geen bijzonderheden naar voren. Het lichamelijk onderzoek toonde geen afwijkingen. Bij de analyse van de valneiging werd onder meer een röntgenfoto van de longen gemaakt.
Deze röntgenfoto toonde bij toeval een afwijking aan de linker bovenarm, waarna de bovenarm apart werd afgebeeld. We zagen een afwijking met een omvang van 12,0 x 1,5 cm in de proximale humerus, die intramedullair gelegen was in de meta- en diafyse en opgebouwd was…
Reacties