Angststoornissen leiden bij ouderen tot langdurig psychisch en lichamelijk ongemak en tot frequent artsenbezoek. Ouderen zoeken bij voorkeur een behandeling in de huisartspraktijk, áls ze al een behandeling overwegen. Maar in de eerste lijn worden tegenwoordig veel concurrerende eisen gesteld aan de zorg, zodat hun problemen daar niet altijd voldoende aandacht krijgen. Als angstige ouderen al specifiek worden behandeld, gebeurt dat nu vaak vooral met benzodiazepines; het percentage gevallen waarin die worden voorgeschreven, kan oplopen tot 41.1,2 Deze behandeling zet weinig zoden aan de dijk omdat al snel afhankelijkheid optreedt. Nog meer redenen om juist bij ouderen af te zien van benzodiazepines zijn de spierverslappende werking, die tot vallen kan leiden, en de cognitieve problemen die als bijwerking kunnen optreden. In de NHG-standaard ‘Angststoornissen’ wordt dan ook een lans gebroken voor een andersoortige behandeling. Eén van de opties is cognitieve gedragstherapie (CGT), naast behandeling met antidepressiva.3
Het bieden…
Reacties