Wie snijdt, bevrijdt

Symfysiotomie voor het opheffen van schouderdystocie

Klinische praktijk
Selma M. Mourad
Hedwig P. van de Nieuwenhof
Jan Biert
Wieteke M. Heidema
Mireille N. Bekker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A8178
Abstract

Dames en Heren,

Symfysiotomie is een noodprodecure waarbij de ligamenten die de symphysis pubica vormen worden doorgenomen. De bekkenomtrek wordt vergroot om de geboorte van een kind mogelijk te maken. De voornaamste indicaties zijn problemen bij de geboorte van het hoofd bij een stuitligging en schouderdystocie bij een hoofdligging, als deze niet met andere manoeuvres kunnen worden opgelost. In de praktijk wordt symfysiotomie zelden toegepast. Wij beschrijven 2 patiënten bij wie wij schouderdystocie ophieven door het uitvoeren van een symfysiotomie, met goede maternale en neonatale uitkomsten.

Patiënt A, een 33-jarige vrouw, gravida 2, para 1, werd door de verloskundige naar ons verwezen bij een zwangerschapsduur van 40 1/7 weken, wegens een niet-vorderende ontsluiting van 5 cm en een pijnstillingsverzoek. In de voorgeschiedenis stond een vacuümextractie wegens een niet-vorderende uitdrijving van een neonaat van 3810 g.

Wij startten behandeling met oxytocine i.v. om de ontsluiting te stimuleren en sloten een…

Auteursinformatie

Radboudumc, Nijmegen.

Afd. Verloskunde en Gynaecologie: dr. S.M. Mourad en dr. H.P. van de Nieuwenhof, gynaecologen in opleiding; drs. W.M. Heidema, gynaecoloog (tevens: fellow perinatologie); dr. M.N. Bekker, gynaecoloog-perinatoloog.

Afd. Heelkunde: dr. J. Biert, traumachirurg.

Contact dr. H.P. van de Nieuwenhof (Hedwig.vandeNieuwenhof@radboudumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Selma M. Mourad ICMJE-formulier
Hedwig P. van de Nieuwenhof ICMJE-formulier
Jan Biert ICMJE-formulier
Wieteke M. Heidema ICMJE-formulier
Mireille N. Bekker ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Er staat een goede beschrijving van de symfysiotomie beschreven in het boekje Obstetrical and gynaecological hints for the tropical doctor (C.D. van der Does en A.A. Haspels, Oosthoek 1972). Daarin wordt gesteld dat drie dagen bedrust voldoende is, waarbij zo mogelijk de kraamvrouw op haar zij ligt. Vanaf de vierde dag mag ze buiten het bed zitten, en rond de vijfde dag wat rondlopen. De eerste 24 uur heeft ze een blaascatheter.

Dit artikel roept voor mij herinneringen op aan onze allereerste nacht in het huis bij het missiehospitaal in voormalig Rhodesië, waar mijn vrouw, onze vijf maanden oude zoon en ik (in 1976) na een lange reis over door regen en overstromingen vrijwel onbegaanbare wegen waren aangekomen.

Rond middernacht werd op onze voordeur geklopt door een verpleegster die mij vroeg mee te komen naar de labourroom – mijn eerste bezoek aan het ziekenhuis waar ik de komende jaren zou gaan werken. In de broeierig warme, door een petroleumlamp schemerig verlichte verloskamer rook het naar petroleum, vruchtwater en zweet van de vele aanwezigen. De uitdrijving vorderde niet, het hoofd bleef steken achter de symfyse. Het kind leefde, de a.s. moeder was uitgeput. En ik was onervaren, had weliswaar vele min of meer fysiologische bevallingen geleid, maar had alleen bij keizersneden geassisteerd en die nooit zelfstandig uitgevoerd, laat staan tegelijkertijd narcose toegediend. De primitieve operatiekamer had ik nog niet van binnen gezien.

Tijdens de tropencursus in Amsterdam had ik college gehad van professor Haspels, indertijd hoogleraar obstetrie in Utrecht, hij had ons onderricht in o.a. de symfysiotomie, die kon worden geoefend op een fantoom.

Na een mislukte proef-vacuümextractie zag ik geen andere mogelijkheid dan een symfysiotomie te doen, zoals beschreven in het bovenvermelde boekje, op dat moment in onze bagage, nog onderweg. Nadat de symfysis was gekliefd werd het kind vlot geboren. Het bleek een hydrocefalus en grote meningomyelocele te hebben en had de geboorte niet overleefd, waarschijnlijk omdat de punt van mijn scalpel door de vaginavoorwand de pral gespannen fontanel had aangeprikt, waardoor de hydrocefalus werd gedraineerd.

Na die eerste medische handeling met voor mijn gevoel desastreuze afloop voelde ik mij ellendig en meende dat ik beter mijn biezen kon pakken… Gelukkig legde de vroedvrouw mijn ingreep, inclusief het kleine sneetje in de hoofdhuid van de baby, aan de moeder en familieleden uit als de enige juiste behandeling. Pas later begreep ik waarom: ook de traditionele dokters krassen en snijden op de zieke plek in het lichaam.

Henk Mulder, kinderarts. np

Willem
Munting

Symfysiotomie bij schouderdystocie:

Zoals vermeld in het artikel wordt symfysiotomie in subsaharan Africa nog regelmatig toegepast. Daar heb ik ook mijn ervaringen opgedaan.

In tegenstelling tot wat in de bijgevoegde video te zien is, is het aan te bevelen een chirurgisch mes uit een stuk te gebruiken,dus zonder verwijderbare blade. Het risico is dat de disposable blade kan afbreken. Dan wordt het soms lastig zoeken tidens een emergency ingreep.

Willem Muntin, chirurg n.p.

Het lijkt alsof er enige schroom te overwinnen is om symfysiotomie toe te passen in een westers land. Misschien draagt dit artikel ertoe bij dat andere gynaecologen er eerder toe overgaan. De ingreep is relatief simpel en effectief. Het risico voor de stabiliteit het bekken is opvallend gering.

Het advies om de urethra opzij te schuiven met de linker wijsvinger is verstandig. Het is minder verstandig om de onbeschermde wijsvinger te leggen op de plaats van de urethra. Sommige auteurs bevelen aan om de toucherende linker wijsvinger te beschermen. Bijvoorbeeld met een vingerhoed. (Zie o.a.: Emergency Procedures and Techniques  Robert Rutha Simon, Barry E. Brenner editors. Page 220-1). Het lijkt geen luxe om zo de arts te beschermen tegen zijn eigen mes.  

Jan Mens, ErasmusMC afdeling revalidatie

Mijn  oude bevallingenschrift gepakt. 

5 bevallingen 1 gezin.
Kind 1, bevalling 147: 1956. Overvallen door de schouder dystocie, het kind kon niet levend geboren worden. 
Kind 2, bevalling 207: 1957.
Moeilijke uitdrijving door een weer optredende schouder dystocie. Kind bleef leven.
Kind 3, bevalling 336:  1959: geen enkele complicatie
Kind 4, bevalling 450:  1961.
Dit kind kwam met een forcipale extractie op H3- . Hoofd kwam gemakkelijk, schouders gaven opnieuw veel problemen. Lichte Erbse parese, herstel na enkele weken.
Kind 5, bevalling 656: 1964
Ivm vakantie naar gynaecoloog; hij leidde  bevalling 1 week eerder in, wederom was de ontwikkeling van de schouders erg moeilijk , opnieuw een Erbse parese. Ook dat herstelde spontaan.
4 van de 5 kinderen kwamen levend ter wereld. 3 van de 4 hadden dezelfde afwijking. 3e kind bleek op vader te lijken (lange hals en beweeglijke nek).  De andere 4 kinderen leken op moeder, (kort nekje ahw in de hals verscholen tussen schouders,  zijwaartse buiging van nek niet goed mogelijk: kind bleef boven bekken steken). 

Het loont dus tijdens de prenatale controles op de fysionomie van de ouders te letten.
Ik had het nooit eerder meegemaakt. En ook de toenmalige “grootmeester van de verloskunde” De Snoo, had het niet in zijn “bijbel” opgenomen, waar overigens heel veel instond (1946), vond ik nu opnieuw

In de primitieve omgeving waar deze kinderen geboren werden, was er in het kraambed nog geen spoor van infectie of narigheid te bespeuren.

De moeder kom ik vandaag de dag nog wel eens tegen, snelwandelend tegen de zwaarlijvigheid. We zijn alle twee bijna 60 jaar verder.  

Ton Boot, gepensioneerd huisarts