Acute hamstringblessures bij sporters

Klinische praktijk
Gustaaf Reurink
Johannes L. Tol
Robert-Jan de Vos
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A8152
Abstract

Samenvatting

  • Acute hamstringblessures zijn de meest voorkomende blessures bij spelers van populaire sporten, zoals voetbal en atletiek.
  • De diagnose wordt gesteld bij acuut ontstane pijn aan de achterzijde van het bovenbeen en bij aanwezigheid van de trias aanspan-, rek- en palpatiepijn.
  • Aanvullend onderzoek en een mogelijke verwijzing voor chirurgische interventie zijn geïndiceerd bij aanwijzingen voor een zeldzame complete hamstringruptuur of avulsiefractuur.
  • De basis van de behandeling van patiënten met een acute hamstringblessure zonder complete ruptuur is een opbouwend fysiotherapeutisch oefenprogramma. Op dit moment is er onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor andere behandelmethoden.
  • Gemiddeld is de hersteltijd van sporters met een acute hamstringblessure 3-6 weken. De individuele hersteltijd is echter moeilijk te voorspellen.
  • Wanneer de sporter de sportactiviteiten precies kan hervatten is lastig te definiëren met name door het hoge risico op een recidief van de hamstringblessure. Voor een inschatting van het risico op een recidief van de hamstringblessure zijn blessuregegevens uit de voorgeschiedenis van de sporter, monitoring van de hamstringgevoeligheid, flexibiliteit en de kracht van de hamstring bij het hervatten van de sportactiviteiten, het meest waardevol.
Auteursinformatie

Erasmus MC, afd. Orthopaedie, Rotterdam.

Drs. G. Reurink, promovendus en aios sportgeneeskunde (tevens: Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, De Sportartsen Groep, afd. Sportgeneeskunde, Amsterdam); dr. R.J. de Vos, sportarts en post-doctoraal onderzoeker (tevens: Sport Medisch Centrum Maasstad, afd. Sportgeneeskunde, Rotterdam).

Aspetar, Qatar Orthopaedic and Sports Medicine Hospital, Doha, Qatar.

Dr. J.L. Tol, sportarts (tevens: Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, De Sportartsen Groep, afd. Sportgeneeskunde, Amsterdam).

Contact drs. G. Reurink (g.reurink@erasmusmc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: ICMJE-formulieren zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Gustaaf Reurink ICMJE-formulier
Johannes L. Tol ICMJE-formulier
Robert-Jan de Vos ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Het artikel van de Reurink e.a.. behandelt een van de meest voorkomende (sport)blessures. Het artikel beschrijft hoe de medici vanaf het het vermoeden op het bestaan van een hamstringruptuur kunnen gaan handelen.Het gaat echter voorbij aan de hamvraag, waarom juist deze blessure zo frequent voorkomt. Ook bij de jeugd, zeker bij hen die voetballen, is de kans op deze blessure erg groot ( Rapport Veiligheid.NL 2012). Er is ook een enorme stijging in voorkomen in de loop van 5 jaar opgetreden. Terwijl het voorkomen van dit soort letsels een speerpunt van (ook) de medische wereld kan zijn.Spieren die snel rupturen kunnen oplopen, moeten uit de aard van hun fysiologie al op verhoogde spanning staan.Deze "thightness" is welbekend, wordt nu ook bij de jeugd zeer veelvuldig geconstateerd en is volgens onze leerboeken een uiting van overmatig gebruik van juist de hamstrengen (in tegenstelling tot de bilspieren) om bij de staande en lopende mens de extensie van de hele romp (WK en bekken) te waarborgen. Door de vrij ernstige en zeer lang doorwerkende effecten van het in flexiestand verkeren van de wervelkolom (gebrek buikligging, te vroeg en te veel gebruik zitstoeltjes kinderen en het sterk toegenomen zittend leven van schoolgaande kinderen, aangevuld met vele schermuren thuis) komen steeds meer generaties met deze incidentiestijgingen in letsels en degeneratieproblemen van het steun--en bewegingsapparaat in aanraking. In het vroegere schoolgymnastiekonderwijs werd er door gericht, maar alzijdig "rekken en strekken" en  opletten of houding en looppatroon zich wel goed ontwikkelden, aan op bekende wetenschap rond deze realties, aan goede preventie gedaan. Het wegzakken van de goede kennis en kunde rond de ontwikkeling van goede houdingen en looppatronen bij de jeugd en de nu ontbrekende kennis over het hoe en waarom van "thightness" maken, dat er nu, hoe goed beschreven ook in onderhavig artikel , moet worden gedweild met de kraan open. Echter bij het tegelijk aanpakken van het onderliggend probleem, de in opbouw en veerkracht  niet optimaal ontwikkelde wervelkolom, kan de incidentie en de recidiefkans waarschijnlijk sterk gereduceerd worden. Dit vraagt inspanningen van overheid, ouders, leerkrachten en sportbegeleiders.
 

Piet van Loon, orthopeed

P.J.M. van Loon; J.A Grotenhuis;H Weinans, A.Soeterbroek : De Gameboygeneratie verleert haar goede houding. Medisch Contact 2013, augustus 1, 1602-1604

PJM van Loon, AWM Zeegers, AM Soeterbroek en PCM Koster.  Goed goed en goed bewegen gaan samen, maar niet meer vanzelf (1 en 2). Achtergronden en handvatten voor de preventietaak van leraren Lichamelijke Opvoeding. L-O 2, 23 maart 2013: 4 en 36