Dames en Heren,
Sarcoïdose is een systemische inflammatoire aandoening, die wordt gekenmerkt door niet-verkazende granulomen. Deze granulomen kunnen in vrijwel elk orgaan voorkomen. Aangezien de longen het vaakst betrokken zijn, presenteren patiënten met sarcoïdose zich frequent met pulmonale klachten. Maar bij een niet onaanzienlijk percentage van de patiënten, ongeveer 30, debuteert de ziekte met andere symptomen. Wij beschrijven in deze klinische les een patiënt met acute artritis van beide enkels als eerste uiting van sarcoïdose.
Patiënt A, een 47-jarige man met een blanco voorgeschiedenis, bezocht op verzoek van de huisarts de polikliniek Interne Geneeskunde vanwege pijnlijke enkels. Deze klachten waren anderhalve week eerder plotseling ontstaan. De enkels waren hierbij fors gezwollen, warm en rood. Patiënt werd ’s nachts wakker van de pijn. De huisarts schreef naproxen voor, maar dit had tot op dat moment geen effect.
Bij lichamelijk onderzoek zagen wij een niet-zieke man met forse bilaterale enkelartritis…
Syndroom van Löfgren
Geachte Collega's ,
U brengt het syndroom van Lofgren weer onder de aandacht:
In 2000 zag ik twee jonge ( dertigers) patiënten met het syndroom van Lofgren ( Huisarts Wet 2000:43(3):122-4), die matig reageerden op NSAID. De man werd vanwege zijn hevige klachten naar de reumatoloog verwezen en genas post of propter met indometacine. De vrouw kreeg kort NSAID, maar vanwege borstvoeding werd uiteindelijk een spontaan beloop afgewacht. Prednisolon had niet de voorkeur vanwege recent ontstane diabetes mellitus bij de man en het geven van borstvoeding bij de vrouw.
Bij vergelijking tussen eerste en tweede lijn zouden er er duidelijke verschillen in presentaties bestaan uitgaande van de diagnose sarcoidosis ( Belfer MH, Stevens RW, Sarcoidosis, a primary care review. Am Fam Physician 1998;58:2041-50). In de tweede lijn noemt men gewrichtsmanifestaties zoals u aangeeft van rond de dertig procent tegen 3-4% in de eerste lijn. Bij deze vergelijking werd uitgegaan van het pathologisch substraat in de gewrichten, hergeen blijkbaar zelden wordt aangetoond, evenmin als de echografische gewrichtseffusie die u beschrijft.
De in de meeste studies beschreven gunstige reactie op NSAID viel bij mijn patiënten tegen en voor prednisolon bestonden relatieve contraindicaties. Uiteindelijk was het spontane beloop bij beiden gunstig.
Als huisarts is het zoals u aangeeft goed mogelijk de diagnose te stellen zonder bevestiging door een weefseldiagnose. Ook bij een minder goede reactie op medicatie is het beloop gunstig.
LJ Boomsma, huisarts, Amersfoort