Samenvatting
Doel
In kaart brengen van de huidige prevalentie van antibioticaresistentie van Helicobacter pylori in Nederland, en een empirisch behandeladvies opstellen.
Opzet
Transversaal, retrospectief onderzoek.
Methode
Gegevens werden verzameld van de kweken afgenomen in Ziekenhuis Bernhoven in de periode 2005-2012 die positief waren voor H. pylori en waarbij de gevoeligheid voor claritromycine of metronidazol was bepaald. De gevoeligheid voor claritromycine en metronidazol werd bepaald middels de E-testmethode met als afkappunten voor de minimale remmende concentratie respectievelijk 0,5 μg/ml en 8 μg/ml.
Resultaten
Bij 417 kweken kon de gevoeligheid voor metronidazol worden bepaald; 10,1% was resistent. Bij 421 kweken kon de gevoeligheid voor claritromycine worden bepaald; hiervan was 6,2% resistent. Bij vrouwen werden meer resistente stammen gevonden dan bij mannen, maar dit verschil was statistisch niet significant. De resistentie van H. pylori tegen claritromycine is in de loop van de jaren toegenomen, terwijl de metronidazol-resistentie juist licht daalde.
Conclusie
De prevalentie van resistentie van H. pylori tegen claritromycine en metronidazol is in de regio Oost-Brabant nog altijd laag, zodat de standaardtherapie met een protonpompremmer, amoxicilline en claritromycine de empirische therapie van eerste keus kan blijven. De resistentie voor claritromycine stijgt echter wel en het is daarom belangrijk om de prevalentie van resistentie van H. pylori in Nederland te blijven monitoren.
Reacties