Samenvatting
Georganiseerde solidariteit in een verzorgingsstaat is onpersoonlijk, begrensd en gebaseerd op welbegrepen eigenbelang. Critici menen dat de verzorgingsstaat heeft afgedaan en dat we toe moeten naar een participatiesamenleving. Mensen zouden de voorkeur geven aan persoonlijke zorg, grenzen stellen lukt niet meer, en van hogere inkomens zou teveel altruïsme worden gevraagd. In de NTvG-lezing 2013 betoogt Margo Trappenburg dat deze kritiek onterecht is. Veel mensen geven de voorkeur aan professionele zorg boven zorg van familie of vrijwilligers. Grenzen stellen kan weer lukken, recente ontwikkelingen in de medische professie stemmen hoopgevend. En hoewel hoger opgeleiden in een verzorgingsstaat financieel meer bijdragen zijn lager opgeleiden meer en vaker metterdaad solidair. Er is onvoldoende reden om de verzorgingsstaat af te schrijven en te vervangen door een participatiesamenleving.
Solidariteit is ook voor gezondheidszorg het beste medicijn
Twee ongelijkheden eigen aan gezondheid maken dat de marktlogica geen plaats mag hebben in gezondheidszorg. Er is vooreerst de sociale ongelijkheid in gezondheidsuitkomsten. Mensen met een lagere socio-economische status hebben het meeste kans op gezondheidsproblemen, overlijden vroeger en hebben het meest nood aan zorg. Een studie toont aan dat in België mannen met een lage scholing 5,5 jaar minder lang leven en vrouwen zonder diploma 25 jaar minder lang gezond leven dan mensen met een universitair diploma. (1) Vervolgens is er de ongelijkheid in gezondheidszorgbehoeften. De uitgaven voor gezondheidszorg zijn geconcentreerd bij een klein deel van de bevolking. In België verbruikt 10% van de bevolking, vooral bejaarde en chronische patiënten, 70% van de uitgaven in de gezondheidszorg.(2) Dus mensen met de minste middelen hebben het meeste behoefte aan gezondheidszorg. Zij vallen in een marktgestuurd systeem uit de boot. Het gevolg hiervan is dat gelijke toegang tot de zorg meer solidariteit vereist en dat gezondheidszorg geen koopwaar mag zijn. Meer solidariteit betekent transfers: van gezonden naar zieken, van actieven naar niet-actieven, van rijk naar arm en van jong naar oud. Private verzekeringsmaatschappijen bijvoorbeeld zijn vooral geïnteresseerd in gezonde, actieve, rijke en jonge patiënten. Als je niet aan één van deze voorwaarden voldoet dan ben je voor hen minder interessant of proberen ze je zelfs uit te sluiten. Er is wetenschappelijk bewijs dat vermarkting leidt tot risicoselectie en uitsluiting waardoor er een tweedeling in de zorg ontstaat. Vervolgens leidt het tot dure geneeskunde met slechte resultaten, overconsumptie voor wie veel kan betalen en onderbehandeling voor wie het financieel moeilijk heeft. Tenslotte veroorzaakt vermarkting concurrentie om de meest koopkrachtige en minst behoeftige patiënten aan te trekken i.p.v. samenwerking om iedereen op de beste manier voort te helpen. (3) (4) Het vereist een paradigmawisseling in het denken over financiering van onze gezondheidszorg. Dit is geen kwestie van ideologie, maar van ‘evidence’.
Dirk van Duppen, huisarts, Geneeskunde voor het Volk, Belgie.