Samenvatting
Achtergrond
Chiropractische interventies zoals cervicale manipulatie kunnen incidenteel leiden tot ernstige neurologische complicaties.
Casus
Een 63-jarige vrouw presenteerde zich op de polikliniek Neurologie met sinds 5 weken sterk houdingsafhankelijke hoofdpijn, oorsuizen en misselijkheid. Deze klachten waren vrijwel direct begonnen na cervicale manipulatie wegens nekpijn. MRI van de hersenen toonde kenmerkende afwijkingen die passen bij het liquorhypotensiesyndroom. Op de MRI van de cervicale wervelkolom was ter hoogte van Ci-ii een groot posterieur defect in de dura te zien. Na het falen van conservatieve behandeling werd een lumbale epidurale bloedpatch toegediend, waarna de patiënt spoedig herstelde.
Conclusie
Cervicale manipulatie kan een scheur in de dura veroorzaken met een liquorhypotensiesyndroom tot gevolg. Hier moet aan gedacht worden bij houdingsafhankelijke hoofdpijn die optreedt direct na de manipulatie. Als conservatieve therapie faalt, is een epidurale bloedpatch een mogelijke behandeling.
Liquorhypotensiesyndroom na manuele therapie?
Recent rapporteerden Tazelaar en Tijssen in NVTG een casus van liquorhypotensie in een 63-jarige vrouw met een historie van hoofd- en nekpijn(1). Twee uur na cervicale manipulatie door een manueel therapeut werd deze hoofdpijn erger. De auteurs achten het aannemelijk dat er sprake is van causaliteit. Een review van soortgelijke casuïstiek van de afgelopen 20 jaar trekt deze causaliteit echter in twijfel(2). Daarnaast zijn er nog 2 punten van kritiek te leveren op genoemde casus:
De auteurs hadden zorgvuldiger om dienen te gaan met het gebruik van de term chiropractisch. Hun conclusie aangaande aannemelijke causaliteit is niet bewezen.
Igor Dijkers, bestuurslid, Nederlandse Chiropractoren Associatie
Literatuur