Samenvatting
Atriumfibrilleren is de meest voorkomende ritmestoornis bij de mens. Het grootste deel van de patiënten met atriumfibrilleren kan met medicijnen dagelijks redelijk tot goed functioneren. Een klein deel van de patiënten met atriumfibrilleren houdt symptomen ondanks gebruik van anti-aritmische medicatie. Zij kunnen in aanmerking komen voor invasieve behandeling van atriumfibrilleren, zoals endovasculaire katheterablatie (vooral succesvol bij paroxysmaal atriumfibrilleren) of de cox-mazeprocedure (een open hartoperatie), waarbij de geleiding tussen de pulmonale venen en het linker atrium wordt geblokkeerd. Hybride thoracoscopische pulmonale-venenisolatie (VATS-PVI) is een nieuwe minimaal invasieve behandeling voor atriumfibrilleren waarbij de cardiothoracaal chirurg en de cardioloog nauw samenwerken. Tijdens deze ingreep controleert de cardioloog met elektrofysiologische metingen of de blokkade van de geleiding geslaagd is. Deze benadering heeft een succespercentage van 86% na een follow-up van 12 maanden.
Reacties