Samenvatting
Doel
De actuele situatie vaststellen van de epidemie van ‘clear cell’-adenocarcinoom van vagina en cervix uteri (CCAC) in relatie tot de blootstelling in utero aan diëthylstilbestrol (des).
Opzet
Beschrijvend.
Methoden
Patiënten geboren na 1946 met CCAC van cervix uteri of vagina, gediagnosticeerd in 1969-2005, werden geïdentificeerd via het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) en de patiënten vanaf 2003 in de Nederlandse Kankerregistratie. Blootstellingsgegevens en klinische gegevens werden verkregen via vragenlijsten en medische dossiers. Histologische coupes van tumoren werden gereviseerd. Van patiënten zonder toestemming waren diagnosedatum en leeftijd bij diagnose bekend (n = 10).
Resultaten
Tot en met 2005 werden 144 patiënten met CCAC geregistreerd. De leeftijd bij diagnose varieerde van 8-54 jaar (gemiddeld: 28). In 4 opeenvolgende 5-jaarsperioden van 1981-2000 was het aantal diagnoses stabiel (n = 26-30), maar in 2001-2005 was het aantal fors lager (n = 13). Van de patiënten met gegevens over desblootstelling kon 62% worden ingedeeld als blootgesteld (76/122). De gemiddelde leeftijd bij diagnose was 24 jaar voor blootgestelde en 32 jaar voor niet-blootgestelde patiënten. De 10-jaarsoverleving was 78% (95%-BI: 68-87) voor blootgestelde en 69% (95%-BI: 56-82) voor niet-blootgestelde patiënten.
Conclusie
Sinds 2000 was de incidentie van CCAC van vagina en cervix fors lager dan in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Vooral het aantal in utero aan des blootgestelde patiënten met CCAC nam af. De komende jaren zal blijken of deze daling doorzet.
Overleving naar blootstelling aan des versus geen blootstelling
In deze figuur heeft groep N (is geen blootstelling des) een betere overleving dan J (wel blootstelling des); uit resultaten blijkt echter tegenovergestelde; 10 jaarsoverleving blootgestelde 77,6% versus niet-blootgestelde 69,4%.
A. Baalbergen, gynaecoloog, Reinier de Graaf Groep