Waarom dit onderzoek?
Orale antistolling met vitamine K-antagonisten is effectief bij de behandeling en preventie van trombo-embolische aandoeningen. Door grote inter- en intra-individuele variabiliteit en een nauwe therapeutische breedte is voortdurende controle van de intensiteit van antistolling, door het meten van de ‘international normalized ratio’ (INR), en dosisaanpassing noodzakelijk. In…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3574
vitamine K-antagonisten toch beter?
Deze meta-analyse toont aan dat bij een groot deel van de patienten de therapie met vitamine K-antagonisten voor trombo-embolische aandoeningen effectiever kan worden ingezet. Er lijkt voor de selecte groep die zelfcontrole kan doen zelfs een overlevingsvoordeel.
Dit is opvallend gezien het feit dat de nieuwe antistollingsmiddelen, met het genoemde stabielere farmacologisch profiel, op harde, vooraf gedefinieerde eindpunten geen voordelen laten zien.
Frequente INR metingen maken voor patienten en artsen duidelijk dat medicatie met levensbedreigende complicaties gepaard kunnen gaan. Frequente monitoring en controle via de trombosedienst kan theoretisch buiten studie verband de ‘’compliance’’ van andere medicatie naast vitamine K-antagonisten vergroten. Dat dit allemaal zou opwegen tegen het vaak genoemde gebruiksgemak is volgens mij slechts een hypothese.
Kunnen de resultaten uit dit onderzoek juist een argument zijn om eerst kritisch te kijken hoe bestaande middelen, waar veel ervaring mee is, beter kunnen worden ingezet? Misschien wel voordat er naar duurdere, makkelijkere maar niet betere middelen wordt gekeken.
Met vriendelijke groet,
Gijs Landman, assistent interne LUMC