Aspirine bij maagbloeding, doorgeven!

Nieuws
Sander Anten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1870

Waarom dit onderzoek?

Acetylsalicylzuur (ASA) wordt veel voorgeschreven als secundaire preventie van hart- en vaatziekten, maar is ook geassocieerd met een drievoudig verhoogd risico op bloedingen in de tractus digestivus (TD). Het tijdelijk staken van ASA is in dat geval gebruikelijk, maar of dit werkelijk het recidief bloedingsrisico verlaagt en…

Auteursinformatie

Contact (s.anten@rijnland.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Sander Anten bespreekt de resultaten van het continueren van aspirine bij een maagbloeding en concludeert dat het staken van aspirine de recidiefkans op een bloeding verlaagt. Deze conclusie kan echter niet worden gedaan op basis van het gebruikte design.
Dit was een ‘’non-inferiority’’ studie waarbij de hypothese was dat staken van aspirine niet inferieur was ten opzichte van doorgeven van aspirine met betrekking tot recidief bloedingen. Een ‘’non-inferiority’’ design  heeft als doel gelijkwaardigheid aan te tonen. Als je de 0-hypothese niet kunt verwerpen, zoals in de genoemde studie, heb je alleen aangetoond dat de behandelingen niet gelijkwaardig zijn, maar je kunt gelijkwaardigheid ook niet uitsluiten. Dit in tegenstelling tot een ‘’superiority’’ design waarbij je verschil wilt aantonen.
De ‘’non-inferiority’’ marge in deze studie was gesteld op 10%. Dit betekent eigenlijk dat als het verschil binnen de non inferiority margin van 10% blijft voor het aantal recidief bloedingen in de aspirinegroep dat je de aspirine als niet inferieur beschouwt ten opzichte van placebo. Echter was het absolute verschil 4.9% (95 BI -3.6 - 12.4%). Je ziet dus dat 12.4% buiten het betrouwbaarheidsinterval ligt en dat je de behandeling met doorgeven van aspirine na maagbloeding niet als ‘’non-inferior’’ mag beschouwen. Echter is er een gerede kans dat er wel degelijk sprake is van ‘’non-inferiority’’ omdat het grootste gedeelte van het betrouwbaarheids interval onder de 10% ligt.
Kortom, ‘’non-inferiority’’ studies zijn lastig te interpreteren. Het enige wat deze studie aantoont is dat de 2 behandelingen niet ‘’non-inferior’’ zijn. Maar of de ene behandeling nu beter is dan de ander weten we ook niet want daar is een ander design voor nodig.
Een non-inferiority design was hier niet in het belang van de patiënt. Waarschijnlijk was de ‘’sample size’’ veel groter geworden als het primaire eindpunt anders was gekozen. Ook vind ik de significante resultaten moeilijk te interpreteren, oversterfte in de placebogroep waren grotendeels veroorzaakt door aandoeningen die door staken van aspirine niet veroorzaakt hadden kunnen worden.
Verder toont deze studie niet aan dat het aantal ischemische complicaties meer wordt bij staken van aspirine. Wel is de totale mortaliteit (en niet de cardiovasculaire) groter in de placebo groep.

Gijs Landman, Isala Klinieken