Samenvatting
Doel
Vaststellen van het klinische effect van endoscopische venectomie voor aortocoronaire bypasschirurgie (CABG) bij patiënten met een verhoogd wondinfectierisico.
Opzet
Retrospectief cohortonderzoek.
Methode
Van alle patiënten die tussen 1 maart 2006 en 1 maart 2007 CABG hadden ondergaan, waren er 335 geschikt voor analyse. De resultaten van endoscopische venectomie werden vergeleken met die van open venectomie. De gegevens werden verkregen door statusonderzoek, aangevuld met een telefonische enquête. De primaire uitkomstmaat was de incidentie van venectomiewondinfecties. Ziekenhuisopnameduur, patiënttevredenheid en kwaliteit van leven waren secundaire uitkomstmaten.
Resultaten
Onder de 335 patiënten was de incidentie van venectomiewondinfectie 2,5% na een open venectomie (n = 236) en 2,0% na een endoscopische venectomie (n = 99; p = 0,08). Patiënten in de endoscopie-groep hadden meer risicofactoren voor wondinfectie (diabetes mellitus, perifeer vaatlijden, obesitas). Een wondinfectie na een open venectomie ging gepaard met een langere opnameduur, open-wondbehandeling bij meer patiënten, en meer heropnames en re-operaties. De gemiddelde opnameduur was 7,9 dagen in de ‘open groep’ en 6,1 dagen in de ‘endoscopie-groep’ (p < 0,05). Patiënten waren meer tevreden over de beenwond na endoscopische dan na open venectomie (tevredenheidsscore: 8,6 versus 7,8; p < 0,001).
Conclusie
De incidentie van venectomiewondinfecties was na een endoscopische venectomie – statistisch niet significant –lager dan na een open venectomie, ondanks het hogere risico op wondinfectie bij patiënten die een endoscopische venectomie ondergingen. Wondinfecties na endoscopische venectomie verliepen minder ernstig. De opnameduur was korter en de patiënttevredenheid groter dan na open venectomie.
Reacties