Samenvatting
Doel
Het verkrijgen van inzicht in de kennis van patiënten over de verschijnselen die bij een TIA of een beroerte passen en in de snelheid waarmee medische hulp wordt ingeschakeld.
Opzet
Observationeel onderzoek.
Methode
Het onderzoek werd uitgevoerd onder patiënten die na een TIA of beroerte op de ‘stroke care unit’ werden opgenomen. Externe factoren als de eerste reactie van de patiënt, de aanwezigheid van een omstander en de kennis over een beroerte werden in kaart gebracht door middel van een vragenlijst. Deze vragenlijst bevatte 18 gesloten vragen en 2 open vragen.
Resultaten
Er werden 105 patiënten met een herseninfarct, hersenbloeding of TIA geïncludeerd. De gemiddelde leeftijd was 71,6 jaar. Van deze patiënten ondernam 54% geen actie in het eerste uur na ontstaan van de klachten. De voornaamste reden was dat patiënten niet wisten dat de symptomen pasten bij een beroerte of dat zij dachten dat de symptomen weer zouden verdwijnen (73%). Van de ondervraagde patiënten bleek 35% niet in staat 1 of meer symptomen te noemen die bij een beroerte passen.
Conclusie
De kennis van patiënten over een beroerte en over het belang van het snel inschakelen van medische hulp is onvoldoende. Dit is een belangrijke vertragende factor in een snelle behandeling met trombolyse. Landelijk onderzoek is noodzakelijk om te bepalen of deze uitkomsten ook gelden voor andere regio’s in Nederland.
Reacties van patienten bij een CVA
Met belangstelling hebben wij het artikel van Zock en collega’s gelezen1. De auteurs vermelden dat 54% van de patiënten met een beroerte geen actie ondernam na het ontstaan van eerste symptomen. Van alle patiënten die binnen het eerste uur wel actie ondernamen, belde 19% eerst de huisarts, 11% schakelde direct 112 in. Wij zouden willen reageren op deze publicatie en enkele getallen toevoegen vanuit onze eigen regio.
Tussen februari en juli 2010 werden alle opeenvolgende patiënten met (verdenking) op een beroerte binnen de 3 Noordelijke provincies opgenomen in een prospectief cohort onderzoek. Een van de bestudeerde eindpunten betrof de proportie patiënten die behandeld werden met trombolyse. De resultaten zijn recent gepubliceerd in het Amerikaanse tijdschrift Stroke2.
In totaal werden in onze studie 1251 patiënten met een beroerte geregistreerd, waarvan 86% met een herseninfarct. Van deze patiënten ondernam een ongeveer even grote proportie van 65% (95% betrouwbaarheidsinterval verschil in proportie t.o.v. Zock et al.: 1% to 20%) geen actie binnen het eerste uur na het ontstaan van de klachten. Van de patiënten die wel actie ondernamen, belde 41% naar de huisarts en 25% naar 112.
Deze gegevens ondersteunen de conclusies van de auteurs dat de kennis van patiënten over een beroerte en de noodzaak tot onmiddellijk hulp inschakelen onvoldoende is en dat dit een generiek probleem is. Zoals de auteurs aangeven, is kennis van symptomen zinloos als dit niet leidt tot een 112 melding.
Opvallend is wel dat de proportie patiënten die direct 112 inschakelde in onze regio het dubbele was vergeleken met de getallen van de auteurs.
De resultaten van beide studies laten zien dat de verschijnselen van een beroerte onvoldoende bekend zijn en dat hulp daardoor vaak te laat zal worden ingeroepen. Bovendien wordt hulp op zeer verschillende wijze ingeroepen, wat herkenning en snelheid van inschakelen van adequate hulp niet ten goede zal komen. Een intensievere aanpak voor het vergroten van de kennis over handelwijze bij verschijnselen van een beroerte en een uniforme wijze van hulp inroepen zou de proportie patiënten met een acuut herseninfarct die in aanmerking komen voor trombolyse aanzienlijk kunnen vergroten.
Mede namens de onderzoekgroep,
Maarten M.H. Lahr, promovendus afdeling neurologie UMCG
Gert-Jan Luijckx, neuroloog afdeling neurologie UMCG
Patrick C.A.J. Vroomen, neuroloog afdeling neurologie UMCG
Durk-Jouke van der Zee, bedrijfskundige en onderzoeker afdeling operations, RUG
Erik Buskens, Hoogleraar Medical Technology Assessment, afdeling epidemiologie UMCG
Referenties
1. Zock E, Kerkhoff H, Kleyweg RP. Initial reactions of patients after a stroke: More than half undertake no action. Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4336.
2. Lahr MM, Luijckx GJ, Vroomen PC, van der Zee DJ, Buskens E. Proportion of patients treated with thrombolysis in a centralized versus a decentralized acute stroke care setting. Stroke. 2012 May;43:1336-40.