Samenvatting
Doel
De omvang van relatieve en absolute sociaal-economische verschillen in sterfte vaststellen in Nederland naar geslacht en doodsoorzaak.
Opzet
Beschrijvende studie op basis van routinematig verzamelde gegevens.
Methode
Gegevens over het opleidingsniveau van deelnemers van 30-79 jaar oud aan de Nederlandse ‘Enquête beroepsbevolking’, afgenomen in de periode 1998-2002, werden gekoppeld aan mortaliteitsgegevens uit de periode 1998-2007. We berekenden hazardratio’s met Cox-regressieanalyse, naar leeftijd gestandaardiseerde sterftecijfers en partiële levensverwachtingen naar opleidingsniveau. We vergeleken de resultaten van Nederland met die van andere Europese landen.
Resultaten
Het risico op overlijden was ongeveer 2 keer groter onder laagopgeleide mannen en vrouwen dan onder hun hoogopgeleide tegenhangers. De omvang van de ongelijkheden in sterfte was vergelijkbaar met die in andere landen in Noordwest-Europa, maar de ongelijkheid in sterfte aan longkanker was in Nederland aanzienlijk groter, vooral onder mannen.
Conclusie
Nederland heeft grote sociaal-economische verschillen in sterfte, vooral voor aan roken gerelateerde doodsoorzaken. Deze grote ongelijkheid vereist de dringende aandacht van beleidsmakers.
Reacties