Diagnostiek is de start van het klinisch redeneren en daarmee van ons geneeskundig handelen. De basis van goede diagnostiek is een adequate anamnese en een gericht lichamelijk onderzoek. Al in de bachelorfase van de studie geneeskunde wordt veel aandacht besteed aan deze aspecten. Door klinisch redeneren wordt een eerste werkhypothese opgesteld op basis van een combinatie van bevindingen bij anamnese of lichamelijk onderzoek. Er wordt gezocht naar een bekend of herkenbaar klinisch patroon.
Zeker in de huisartsgeneeskunde is bij een belangrijk deel van de patiënten na anamnese en lichamelijk onderzoek, een achterafkans op ziekte te bepalen die hoog genoeg is om een gerichte behandeling in te zetten of laag genoeg om een afwachtend beleid voor te stellen of te rechtvaardigen. In het geval van klinische onzekerheid (‘clinical indecision’) zal aanvullende diagnostiek in de vorm van laboratoriumonderzoek, beeldvormende diagnostiek of functieonderzoek, of een diagnostische verwijzing naar de tweede lijn nodig zijn…
Reacties